Businesscase voor toegankelijke digitale overheid

Ben je gevraagd om het nut van toegankelijkheid en/of Webrichtlijnen uit te leggen of zelfs te verdedigen? Ik ken ken het gevoel. Omdat je soms ook niet precies weet waar je moet beginnen, heb ik voor dit doel een compacte businescase toegankelijkheid geschreven. Die deel ik graag met je. Heb je toevoegingen? Mis je iets? Laat het me weten in de commentaren onder het artikel.

Formele overheidsstandaard sinds 2004

De Webrichtlijnen zijn sinds 2004 een standaard voor toegankelijk bouwen en beheren van websites. Overheidsorganisaties hebben zich sindsdien gecommitteerd om zich aan die standaard te houden. De afspraak geldt dus voor gemeenten, provincies, waterschappen, ministeries en gemeenschappelijke regelingen.

Webrichtlijnen zijn in het gebruik te beschouwen als een set van best practices die functioneren als industriestandaard voor bruikbare, toegankelijke websites en bouwkwaliteit. In de kern zijn Webrichtlijnen niet ingewikkeld, duur of spannend, op voorwaarde dat de mensen die ermee moeten werken en/of aan webtoepassingen werken ook van het bestaan op de hoogte zijn.

Dat de overheid de Webrichtlijnen als standaard heeft gekozen, is niet voor niets. Het is een set van internationaal aanvaarde richtlijnen, de industriestandaard voor webtoepassingen. Kortom, Webrichtlijnen zijn voor overheidsorganisaties een formele standaard. Ze staan op de pas-toe-of-leg-uit lijst beheerd door Logius.

Winst van Webrichtlijnen

Hoe eerder aan Webrichtlijnen wordt gedacht, hoe beter, hoe meer profijt. Een toegankelijke website bouwen is overigens niet duurder of ingewikkelder dan een ontoegankelijke website of webtoepassing bouwen. Maar achteraf toegankelijkheid regelen is dat wel. Achteraf een webtoepassing toegankelijk maken is te vergelijken met een nieuwbouwhuis waarin je na het behangen de elektriciteit aanlegt.

Dat betekent dat je voor een webtoepassing louter de leveranciers selecteert die de standaarden voor toegankelijkheid kennen, omarmen en aantoonbaar hebben toegepast. Hun kennis wordt daarmee ook overgedragen aan de organisatie, zodat kwaliteit na het project ook in de beheerorganisatie kwaliteit kan worden geborgd. Het omgekeerde geldt dus ook: leveranciers die ontoegankelijke formulieren, applicaties en websites opleveren kunnen niet worden gecontracteerd en als ze dat al zijn moeten ze worden uitgefaseerd of hun diensten zo snel mogelijk op orde maken.

De standaard Webrichtlijnen toepassen levert een website op die voor iedereen ongeacht techniek, vaardigheden en software toegankelijk is. Het resultaat: een website die het goed doet in zoekmachines, werkt op ieder device (tablet, smartfoon, oude nokia), vlekkeloos werkt en robuust is ongeacht software. Daarnaast is voldoen aan Webrichtlijnen een garantie voor herbruikbaarheid en bouwkwaliteit.

Toegankelijkheid ligt niet alleen besloten in techniek, maar ook in vormgeving (kleur, contrast) en in content (tekst, formulieren en filmpjes bijvoorbeeld). De Webrichtlijnen zijn dus geen doel, geen hindernis of kostenpost: ze zijn een middel voor het realiseren van toegankelijkheid. Goed voor webbezoekers, goed voor de organisatie.

Het gangbare – en haalbare – advies voor overheidsorganisaties is kiezen voor Webrichtlijnen versie 2 AA en voor principe Universeel AAA (dat laatste vanwege zoekmachineoptimalisatie of SEO).

Waarom zijn Webrichtlijnen verplicht?

Webrichtlijnen zijn niet alleen nuttig, ze zijn ook verplicht. Niet alleen in Nederland zijn er afspraken over toegankelijkheid. De verplichting om toegankelijke overheidswebsites te maken heeft te maken met Europese regelgeving omtrent toegankelijkheid. Een overheid heeft namelijk een belangrijke taak als monopolist in bepaalde diensten. Je kunt voor sommige informatie immers niet elders kijken dan op een overheidswebsite.

Daarom moet de inhoud voor iedereen altijd toegankelijk en begrijpelijk zijn (e-Inclusion). Op het moment dat een organisatie digitale dienstverlening als preferent kanaal wil inrichten, is er een optimaal gebruiksvriendelijke en toegankelijke website nodig.

Reputatie en geloofwaardigheid

Webrichtlijnen dragen bij aan een goede digital presence. Een goede website draagt bij aan een goede reputatie. Omgekeerd geldt: een ontoegankelijke website doet afbreuk aan de reputatie en geloofwaardigheid. En deze is bovendien een kostenpost of risico: ontoegankelijke dienstverlening is ‘een gesloten loket’, zonder waarde, een plek waar mensen vastlopen en over gaan klagen.

Een ‘omgekeerde businesscase’ (niet voldoen) is er in een webproject of op je huidige website niet te maken, aangezien er geen zwaarwegende redenen zijn om ontoegankelijk te bouwen. Er zijn genoeg bouwers en ontwerpers die wél toegankelijk kunnen bouwen, dus bij een nieuw project hoef je alleen maar te kiezen voor een partij die dezelfde uitgangspunten heeft voor toegankelijkheid.

Kortom

De businesscase voor Webrichtlijnen is daarmee kort en krachtig: Webrichtlijnen zijn verplicht voor iedere
overheidsorganisatie op basis van de plaats en functie van de overheid in de samenleving. De standaard voor toegankelijkheid en bouwkwaliteit toepassen maakt realisatie van de organisatiedoelstelling mogelijk. Dit draagt bij aan de geloofwaardigheid en reputatie van de overheid.

Dit is een bewerking van een echte businesscase die ik schreef als bijlage voor een projectplan voor een overheidswebsite. De reactie op dit document was. “Laat deze toelichting maar weg. We voelen ons nu een beetje ongemakkelijk dat we dit zelf niet begrepen en om een toelichting hebben gevraagd. Webrichtlijnen: we gaan ze gewoon toepassen vanaf nu.”

2 reacties op “Businesscase voor toegankelijke digitale overheid

  1. Raph says:

    Dag Wiep, ik heb met veel interesse je artikel gelezen. En kan dan natuurlijk niet laten om te reageren ;-).

    Een mogelijk interessante aanvulling op je bijdrage is dat veel overheden naast online informatievoorziening en dienstverlening ook taken hebben op het gebied van toezicht en handhaving. Het niet voldoen aan een opgelegde – al dan (nog) niet wettelijke – verplichting kan bijdragen bij aan de uitholling van het gezag dat nodig is om die taken naar behoren uit te voeren.
    Namelijk: als een organisatie beslist dat het geen prioriteit heeft om zelf aan een verplichting te voldoen, wat doet dan dan met de geloofwaardig als die organisatie anderen er op moet aanspreken dat opgelegde verplichtingen niet worden nakomen? De vraag is: als dit soort risico een rol zou gaan spelen in de overweging om tijd en moeite te steken in de toegankelijkheid van de online informatievoorziening en dienstverlening, zou dat tot andere besluiten kunnen leiden?

    Het heeft in elk geval te maken met reputatie en geloofwaardigheid. En dan niet enkel op het gebied van online informatievoorziening en dienstverlening, maar organisatiebreed.

    Overigens is “Chasing the Accessibility Business Case” van Karl Groves een interessante bron over business cases voor webtoegankelijkheid. Het is vanuit een Amerikaans perspectief ingestoken. Link: http://www.karlgroves.com/2012/01/27/chasing-the-accessibility-business-case-conclusion/

  2. Wiep Hamstra says:

    Dank voor je toevoeging en ik kan het alleen maar helemaal eens zijn. Het aspect van geloofwaardigheid in relatie tot voldoen aan eigen regels diepen we bijna altijd uit in trainingen en sessies als we rond de tafel zitten met bestuur en management.

    Ik kan dit belangrijke aspect in deze casus nog wel wat meer en explicieter beschrijven dan dat ik doe onder ‘reputatie en geloofwaardigheid’. Dank ook voor je bron en je waardevolle aanvulling.

Geef een reactie

Hoe kunnen we helpen?

Benieuwd wat we voor je kunnen doen? Meer weten over onze werkwijze? Stel ons je vraag!

Bel ons op 050 260 01 66

Geknipt voor jou

Welke boeken en blogs lezen we? Welke video's zijn echt meer dan het kijken waard? We hebben ze voor jou op een rijtje gezet.

Naar de bibliotheek